Waarom offline zijn je werk verbetert

Twee versies van jou

Laten we een onderscheid maken tussen twee versies van jou: je werk-ik en je vrijetijds-ik. Beiden hebben andere prioriteiten en voorkeuren en beiden gebruiken hun online tijd anders (zo kijkt je werk-ik bijvoorbeeld nóóit op Facebook, en checkt je vrijetijds-ik nóóit z’n zakelijke e-mail, toch?). Hoe dan ook; beiden zullen je dankbaar zijn als je ze af en toe dwingt om offline te gaan.

Offline werk-ik

Paniek. “Om te werken, moet ik online zijn.” roept je werk-ik. “Ik moet mail checken, honderd dingen Googelen, een product-review op YouTube kijken, hele belangrijke Excelbestanden in Teams zetten en bereikbaar zijn op WhatsApp.”

Hoewel al die dingen in essentie waar zijn, vergist je werk-ik zich enorm. Hij denkt namelijk dat je continu online moet zijn — en dat klopt niet. Sterker nog: het is rampzalig voor je productiviteit.

20 minuten

Wanneer je werk-ik wordt onderbroken, bijvoorbeeld door een e-mail die binnenkomt, een reminder in z’n agenda of een popup van Candy Crush, dan duurt het maar liefst 20 minuten voordat hij weer terug is op het tempo waarin hij aan het werk was. Oftewel: terug in de flow.

“Dat geloof ik bijna niet”, zegt je werk-ik. En dat zegt ‘ie omdat hij is verleerd om op volle toeren te werken. Je werk-ik heeft zich zo diep ingegraven in afleidingen en onderbrekingen dat hij zich niet kan herinneren wanneer hij voor het laatst volledig in die oh-zo-lekkere flow was.

Dat is meteen ook het antwoord op het grote mysterie waarom je werk-ik er af en toe zo van kan genieten om eerder dan alle collega’s op kantoor te zijn, of om ’s avonds, thuis, als iedereen al op bed ligt, nog even wat werk te doen. Dan gaat ‘ie als een speer — en nu snapt hij waarom. Geen onderbrekingen.

Drie tips voor je werk-ik

1. Hij kiest drie of vier tijdstippen per dag waarop hij zijn mail checkt — en beantwoordt. Bijvoorbeeld om 9:00, 13:00 en 16:30. Daarbuiten staat zijn mail uit. Zelden is een e-mail is zo belangrijk dat ‘ie meteen gelezen en beantwoordt moet worden.
2. Hij zet zijn telefoon op Do not disturb. Zo worden onbelangrijke notificaties en berichtjes onderdrukt. Verwacht ‘ie (belangrijke) telefoontjes? Oproepen van personen in je favorietenlijst worden niet onderdrukt. Niet doorvertellen.
3. Hij groepeert z’n afleidingen. Wanneer hij om 13:00 zijn mail gaat checken, haalt hij meteen even een nieuwe kop koffie en doorloopt hij z’n notificaties op zijn telefoon.

Offline vrijetijds-ik

Hoewel je werk-ik zich absoluut kan verbeteren, wordt de echte winst behaald door je vrijetijds-ik. Logisch, want een blije vrije-tijds ik betekent vaak ook een blije werk-ik.

Je vrije-tijds ik is niet zo goed in het inschatten van hoe lang iets gaat duren. Daarom overkomt het hem regelmatig dat hij van plan is om 5 minuten op Facebook te kijken of te appen met die vriendin die hij al weken niet heeft gesproken, om er vervolgens twee uur, vier kattenfilmpjes en achttien likes later achter te komen dat de supermarkt al dicht is en hij niks te eten heeft.

Wat als het echt bij 5 minuten was gebleven? Dan had je vrijetijds-ik tijd gehad om een fatsoenlijke maaltijd te koken, en daarna misschien wel te gaan sporten. Of om een boek te lezen. Om even buiten te zijn. Om te praten met z’n partner.

Een offline vrije-tijds ik:

• Slaapt beter Het staren naar een scherm onderdrukt de afgifte van het hormoon melatonine — het stofje waardoor je vrijetijds-ik zo lekker slaperig en suf wordt.
• Heeft minder stress Wanneer je vrijetijds-ik online is — bijvoorbeeld op z’n telefoon — dan is hij alert. Met name sociale media geven allerlei prikkels en impulsen waarop je vrijetijds-ik onbewust reageert. En dat terwijl je werk-ik overdag al meer dan genoeg te verduren heeft gehad.
• Is creatiever Door zichzelf niet continu te overspoelen met hapklare brokken, heeft de creativiteit van je vrijetijds-ik veel meer ruimte om naar buiten te treden. Waar komen die ideeën tijdens het douchen toch vandaan? Misschien komt het omdat je vrijetijds-ik niet zo vaak zijn telefoon meeneemt onder de douche.
• Is gezonder Online zijn is passief. De duimen van je vrijetijds-ik mogen dan super snel en flexibel zijn, over de rest van zijn lichaam is dat maar de vraag. Door regelmatig een paar uur offline te zijn, vergroot je vrijetijds-ik de kans aanzienlijk om meer te bewegen.

Help elkaar

Net zoals je werk-ik en je vrijetijds-ik elkaar kunnen helpen, kun je ook van vrienden of van je partner leren — en hen helpen. Stel voor: zullen we vanavond even samen offline zijn? Of leg tijdens een etentje met vrienden of vriendinnen alle telefoons in het midden van de tafel. Degene die ‘m pakt voordat je bent uitgegeten, betaalt voor de rest.