Willen werkgevers alleskunners of specialisten?
Algemeen
Een lastige vraag die we regelmatig horen. Enerzijds zou je verwachten dat een werkgever het liefst een team heeft dat puur uit specialisten bestaat: stuk voor stuk toppers in hun vakgebied. En ooit, een tijd geleden, was dat ook precies wat werkgevers wilden.
Maar een specialist is niet per definitie flexibel: hét sleutelwoord tot een stabiele organisatie. Heeft de werkgever een dag geen werk binnen een bepaald specialisme, dan zit hij met een werknemer te kijken die niets te doen heeft.
Dus toch maar alleskunners? Ook niet helemaal. Je snapt ‘m al: de alleskunner is natuurlijk zelden zo goed in een bepaald specialisme als… de specialist. En uiteindelijk zal er toch kwaliteit geleverd moeten worden.
We bevinden ons in een spagaat. Op zoek naar een antwoord op deze vraag, deden we navraag bij een aantal van onze partners. Wat blijkt? Zowel specialisten als alleskunners zijn nodig. Het echte antwoord zit ‘m in het type organisatie en de branche.
Alleskunner: de superheld in het kleinbedrijf
Met name binnen de zakelijke en financiële dienstverlening bij kleine organisaties (tot ongeveer 20 werknemers) is de alleskunner een ware superheld in de ogen van de werkgever.
Natuurlijk heeft hij een aantal gespecialiseerde medewerkers nodig, maar het blijkt dat één à twee alleskunners per tien medewerkers de gouden ratio is.
De alleskunner is vrijwel overal inzetbaar. Dat scheelt niet alleen in loonkosten, het maakt de alleskunner ook nog eens een medewerker die het bedrijf door en door kent én het vergroot de algehele flexibiliteit van de organisatie.
Bovendien kent de alleskunner door zijn flexibele inzetbaarheid bijna alle collega’s, weet van iedereen waarmee hij of zij bezig is en vormt daarmee een belangrijke schakel tussen andere medewerkers én in de terugkoppeling naar het management.
Specialist: onmisbaar in het MKB
Worden de organisaties groter, dan wordt de specialist toch echt de spil van de organisatie.
Natuurlijk; zelfs in grotere organisaties zijn alleskunners van grote waarde, met name op hoofdkantoren en binnen innovatiegedreven afdelingen. Maar uiteindelijk zijn het de specialisten die het gros van het werk moeten verzetten.
De ratio verschuift hier enorm, naar ongeveer 20 tot 30 specialisten voor iedere alleskunner, tot zelfs 50:1 in bedrijven met enkele honderden medewerkers.
Hoe presenteer jij jezelf?
Deze informatie kan je helpen bij je volgende sollicitatie. Misschien ben jij wel een specialist met wat alleskunner-trekjes, of andersom. Neem niet te veel afstand van je eigen standpunten, maar hou goed in je achterhoofd bij wat voor organisatie je solliciteert en waar de organisatie behoefte aan heeft. Dat kan je nét dat extra beetje voordeel geven.
Blijf op de hoogte en schrijf je in voor onze Keser update
